![]() |
||||||||
| Home | Hulsmann | Imme | Omega | Overige Klassiek | Modern | |||
| Postzegels | Links | Vraag & aanbod | Nieuw op deze site | Contact | ||||
|
Mijn Sparta's Sparta historieHier een kort overzicht van de firma Sparta, van de oprichting tot het eind van de motorproductie, eind 50-er jaren. Dit verhaal zal in de toekomst worden uitgebreid en voorzien van afbeeldingen, onder andere van de belangrijkste motor modellen. Van alle Nederlandse motormerken is Sparta veruit de grootste. Hoewel de officiële verkoopboeken van vele jaren bewaard gebleven zijn, is niet van alle jaren exact bekend hoeveel motorfietsen Sparta heeft gebouwd. De motorproductie liep van 1931 tot en met 1960. Volgens de laatste schatting van de Sparta Motorclub (in 2025) zijn er in totaal ongeveer 26130 stuks geproduceerd, waarvan ruim 5000 voor export. Dit betekent dat Sparta in Nederland dus meer dan 21000 motoren verkocht heeft. Hoogtepunten met meer dan 1000 stuks per jaar waren de jaren 39 en 40, en de periode 1949 tot en met 1956. Het begin van Sparta was in 1917, toen de heren Verbeek, Schakel en Krijgsman in Apeldoorn een "grossierderij in fietsen en fietsonderdelen" oprichtten onder de naam Verbeek & Schakel. Kort daarna werden verschillende merknamen overgenomen, waaronder Sparta. In 1931 kwam de eerste Sparta motorfiets uit: een zwaar uitgevoerde fiets met een 74cc Sachs inbouwmotortje. Net zoiets als mijn 1932 Hulsmann en mijn 1934 Simplex dus. Na verschillende van deze fiets-achtige modellen met trappers, steeds voorzien van een 74 of 98cc Sachsmotor, kwamen in 1934 ook de eerste echte motoren zonder trappers uit. Er waren twee 98cc varianten, een ook voorzien van het 98cc Sachs blok maar nu in de variant met kickstarter, de ander van een 98cc Villiers Midget motor met losse 2versnellingsbak. Daarnaast was er ook een 150cc Villiers. De varianten met trappers bleven echter tot 1937 in het leveringsprogramma. In
1935 kwam er een model met 200cc Villiers motor bij, en in 1937 waren er modellen met 120cc JLO motor leverbaar. In 1939 werd er overgeschakeld naar motorfietsen met 125cc JLO en Villiers (9D, beter bekend als AAA of 3A) motoren, nog steeds onder de 60 kilo grens die een vrijstelling van "persooneele belasting" (een belasting op luxe goederen) opleverde. In 1945 werd de draad weer opgepakt met overgebleven Sachs blokken, maar vanaf 1947 werden weer 125cc Villiers 9D motoren gebruikt. Vreemd genoeg schuin voorover hangend in het frame, naar verluid omdat op die manier een restant uitlaten bedoeld voor de motoren met Sachs blokken gebruikt konden worden. De materiaalschaarste in die jaren noopte tot creativiteit! Ook in 48 en 49 werden zowel 125 JLO als Villiers (nog steeds 9D) blokken gebruikt, maar eind 1949 kwamen 2 compleet nieuwe modellen op de markt. Deze waren voorzien van een nieuw frame met telescoop voorvork en plunjer achtervering. Als motoren werden de nieuwere Villiers varianten gebruikt, de 10D met 125cc, en 6E met 200cc. Deze zijn met enkele tussentijdse modelwijzigingen gebouwd tot en met 1961. In 1955 werd het 125cc blok wel vervangen door het iets sterkere Villiers 150cc Mark 30C blok. In 1951 kwam daar een variant bij met een 250cc Victoria blok (hetzelfde als in de Victoria KR25) in hetzelfde rijwielgedeelte. In de jaren daarna werd dit motorblok verder ontwikkeld (en werd hun eigen motorfiets uiteindelijk omgedoopt tot KR26), waarbij het vermogen groeide van 9 naar maar liefst 14 pk. In 1955 kwam Sparta met wat later hun laatste generatie motorfietsen bleek te zijn, met een plaatframe, swingarm achtervering en de toen modieuze 16 inch wielen. Dit model was verkrijgbaar met hetzelfde Victoria KR26 blok, maar voor de veeleisende motorrijder ook met een flitsende JLO 2–cilinder motor van (ook) 250cc. In deze periode werden de modellen met buisframe ook nog verkocht. Sparta heeft van 1953 tot en met 1957 ook een lichte scooterscooter verkocht, uitgerust met een 98cc Villiers motor met 2 versnellingen. Hoewel deze 19 inch wielen had (dus veel groter dan de meeste scooters) en daardoor waarschijnlijk veel stabieler reed dan de meeste concurenten, was dit echter geen groot succes. In totaal zijn er iets meer dan 250 van verkocht. Het feit dat hij eigenlijk te licht gemotoriseerd was (de topsnelheid was niet meer dan 60 km/uur) zal hier ook aan hebben bijgedragen. In de 2e helft van de 50-er jaren nam de belangstelling voor motorfietsen sterk af, doordat meer mensen zich een auto konden permiteren. Daardoor liepen de motorverkopen ook bij Sparta sterk terug, met als gevolg dat de motorproductie rond 1960 beëindigd werd. Toen in latere jaren de bromfiets steeds populairder werd heeft Sparta daar nog wel flinke aantallen van verkocht, tot ook deze productie in 1982 gestopt werd. In 1985 kwam Sparta met de Spartamet, een fiets met een licht Sachs motorje ingebouwd in het achterwiel. Omdat de topsnelheid 25 km/uur was, gold deze voor de wet als snorfiets. Dit was een groot succes, in de vroege 90-er jaren werden er rond de 20000 per jaar verkocht. In 1999 werd de productie van de motortjes echter door Sachs beëindigd, waardoor ook de productie van de Spartamet beëindigd moest worden. Toen het Japanse Yamaha in 1998 een elektrische motor voor trapondersteuning op de markt bracht is Sparta hier direct op ingesprongen met de eerste elektrische fiets, de Pharos. In de eerste jaren waren deze nog niet erg populair, maar mede door de snelle ontwikkeling van de accutechnologie namen de verkopen snel toe. Sparta heeft uiteindelijk in 2019 de productie van gewone trapfietsen beëindigd om zich helemaal te wijden aan de productie van E-bikes.
|